Littekenkenmerk
Toegenomen dikte van het litteken wordt vaak hypertrofie genoemd. Littekenhypertrofie wordt veroorzaakt door een overproductie van collageen tijdens pathologische (niet-normale) wondgenezing. Littekenweefsel wordt de eerste maanden vaak dikker dan de omliggende gezonde huid. Dit wordt na verloop van tijd normaal gesproken weer minder. Brandwondenlittekens blijven tot op zekere hoogte vaak hypertrofisch, maar littekenatrofie (het litteken is lager dan de omliggende huid) kan soms ook voorkomen.
De beoordeling van de littekendikte is meestal gebaseerd op de hoeveelheid litteken die zichtbaar is boven het omliggende niet-aangedaan gebied. Dit geeft niet de hoeveelheid littekens onder het huidoppervlak weer. Hoogfrequente ultrasone systemen (een soort echografie) kunnen worden gebruikt om de volledige dikte van het litteken te beoordelen, zowel boven als onder het huidoppervlak.
Littekenkenmerk
Huid moet kunnen glijden en rekken om normale bewegingen te kunnen toelaten, vooral in de buurt van gewrichten. Littekens zijn over het algemeen echter stijver dan de normale huid en kunnen dit bemoeilijken. Dit komt vooral doordat het litteken dikker is en van minderwaardige kwaliteit. Plooibaarheid is een term die wordt gebruikt om de verminderde rekbaarheid van de huid en de hoeveelheid spanning op het litteken weer te geven. Deze stijfheid kan een beperkte beweeglijkheid van de gewrichten, pijn en een gevoel van vastzitten of stijfheid in de weefsels veroorzaken.
Littekenkenmerk
Littekenweefselpijn is een veel voorkomende aandoening die acuut of chronisch kan zijn. De oorzaak hiervan is schade aan een kleine huidzenuw of beknelling van een zenuw in littekenweefsel. Littekenpijn na een operatie kan te wijten zijn aan een neuroom (een overmatige groei van zenuwweefsel). Littekenpijn kan met name vaak voorkomen na operaties om hernia’s te herstellen of na een operatie aan de borst, long, hart, nier en schouder. Patiënten met littekenweefselpijn klagen meestal over neuropathische (zenuw)pijn, dit kan gepaard gaan met aanhoudende pijn afgewisseld met plotselinge stekende pijnen in het littekengebied. Sommige littekenpijn kan een aantal maanden na de operatie optreden, na een symptoomvrije periode. Je kan ook last hebben van littekens die je een veranderend gevoel geven en soms zelfs verdoofd aanvoelen, vreemde gewaarwordingen hebben (zoals het gevoel van kruipende spinnen) of overgevoelig zijn (pijn/ongemak wanneer het litteken wordt aangeraakt op manieren die normaal gesproken niet worden opgemerkt, zoals bij aanraking door kledij).
Nog meer dan de betrokkenheid van zenuwen bij littekenpijn is directe pijn van het litteken. Ontstoken, strakke, droge en vastzittende littekens kunnen pijn veroorzaken, vooral als ze worden uitgerokken.
Littekenkenmerk
Naarmate de huid geneest van een brandwond, kan deze gaan jeuken. Bijna iedereen die herstellende is van ernstige brandwonden heeft last van jeuk, vooral op of rond de brandwond of op de plaats waar huid is weggenomen om de brandwond te bedekken. De medische term voor jeuk is "pruritus".
Jeuk is een normaal onderdeel van genezing. De oorzakelijke redenen van jeuk zijn complex en nog moeilijk te begrijpen. De intensiteit van jeuk (hoe erg de jeuk is) en de frequentie (hoe vaak de jeuk voorkomt) zijn niet noodzakelijk gerelateerd aan de grootte of diepte van je brandwond. Jeuk kan ervoor zorgen dat je gaat krabben en een kwetsbare, genezen huid terug openkrabt, wat nog meer littekens kan veroorzaken.
Jeuk kan ook dagelijkse activiteiten verhinderen, waaronder:
- Slaap: Jeuk heeft de neiging om 's nachts te verergeren, waardoor het moeilijk is om in slaap te vallen en in slaap te blijven.
- Werk en school: Aanhoudende jeuk kan het moeilijk maken om je te concentreren.
- Lichamelijke activiteiten: Lichaamsbeweging, sport en spel (voor kinderen) kunnen de jeuk verergeren.
Jeuk kan je angstig maken, wat de jeuk kan verergeren. Gelukkig neemt de jeuk na verloop van tijd af. Ondertussen zijn er behandelingen om jeuk te verminderen.
Littekenkenmerk
Roodheid wordt vrijwel onmiddellijk waargenomen na elke vorm van verwonding, hetzij als gevolg van een operatie, trauma of brandwond. Meestal is roodheid het gevolg van een ontstekingsreactie, verwijding van bloedvaten en een toename van hun doorlaatbaarheid. De meeste littekens worden minder rood rond 7 maanden na verwonding. Desondanks blijft een aanzienlijk aantal littekens na 12 maanden nog steeds rood. Aanhoudende roodheid is niet te wijten aan een aanhoudende ontsteking of infectie, maar kan verband houden met een combinatie van het totale aantal bloedvaten in het litteken, de snelheid en intensiteit van de bloedstroom en de hoeveelheid zuurstofrijk hemoglobine. Roodheid is een belangrijk kenmerk om te beoordelen, omdat het laat zien hoe goed het litteken evolueert of uitrijpt. Het bepaalt vaak ook het type en de dosis van de behandeling.
Littekenkenmerk
Hoewel lokale bloedtoevoer en pigmenten zoals gal en caroteen kunnen bijdragen aan de huidskleur, is huidpigment oftewel melanine de belangrijkste bepalende factor voor de menselijke huidskleur. Dit wordt geproduceerd door pigmentcellen oftewel melanocyten. Deze liggen verspreid in de bovenste lagen van de huid om een fysieke barrière te vormen en de huid te beschermen tegen schadelijke ultraviolette straling van de zon. Pigmentstoornissen in littekens zijn een gevolg van abnormale wondgenezing en afhankelijk van de breedte en diepte van de wond. Abnormale pigmentatie kan ervoor zorgen dat littekens veel meer opvallen. Littekens kunnen hypergepigmenteerd (donkerder) of hypogepigmenteerd (lichter) zijn. Hyperpigmentatie wordt veroorzaakt door een kortstondige extreme ontstekingsreactie in de vroege wondgenezingsfase van grote, diepe huidletsels. In deze fase produceert de huid grote hoeveelheden huidpigment. Hypopigmentatie is het gevolg van chronische of langdurige ontsteking en uitwendige bacteriële of virale aanwezigheid die ertoe leiden dat pigmentcellen niet in staat zijn om pigment te maken. Herpigmentatie van littekens hangt ook af van de aanwezigheid van haarzakjes.
Behandeling
Q-switched lasers, picoseconde lasers en microneedling zijn effectief bij de behandeling van hypergepigmenteerde littekens. Crèmes zoals hydrochinon en azelaïnezuur worden ook vaak voorgeschreven.
De behandelingsoptie voor hypogepigmenteerde littekens omvat micro-transplantatie en microneedling in combinatie met het toedienen van suspensie van eigen huidcellen van de bovenste huidlaag, die niet opgekweekt zijn in een laboratorium.